Van nature leven er in uw mond talrijke bacteriën. Ze zitten in een wit laagje op tanden en kiezen, dit wordt tandplaque genoemd. Tandplaque wordt vaak niet goed genoeg weggepoetst. Door verkalking kan de tandplaque dan hard worden en in tandsteen veranderen. Tandplaque leidt vaak tot een lichte vorm van tandvleesontsteking: ‘gingivitis’. Het tandvlees kan dan slapper worden, makkelijker gaan bloeden, een rode kleur krijgen en opgezwollen raken.
Parodontitis als gevolg van ergere ontsteking
Als de ontsteking erger wordt, groeien de bacteriën langs de tand naar binnen. Dit heet parodontitis. De ruimte tussen tand en tandvlees, de ’pocket’, wordt steeds dieper. Vaak krijgt men last van een vieze smaak of een slechte adem. Uiteindelijk kan de laag tandplaque en tandsteen zelfs het kaakbot aantasten. Dit kan tot het uitvallen van de tand of kies leiden.
Tandvleesontsteking (laten) behandelen
Als de tandplaque niet diep zit, kunt u het zelf verwijderen met een tandenborstel, flossdraad, tandenstokers en ragertjes. Tandsteen of dieper gelegen tandplaque (bij parodontitis) moet door de tandarts of mondhygiënist worden verwijderd. Soms moet daarvoor het tandvlees met een kleine operatie (‘flapoperatie’) tijdelijk worden losgemaakt. Na de behandeling moet het tandvlees rustig genezen en is het belangrijk voortaan goed op de mondhygiëne te letten.